Dit oude poldergebied aan de voet van de Brabantse Wal ligt op de overgang van lage kleigronden naar hoge zandgronden. Vanuit de hoge wal wordt water ondergronds opgestuwd naar de lage polder, waar het als kwelwater aan de oppervlakte komt. De polder was hierdoor altijd erg drassig en niet echt geschikt voor de landbouw. Om dit schone kwelwater vast te houden en vervuild water uit de omgeving buiten te houden, plaatst Natuurmonumenten stuwtjes in de afwateringssloten. Daarmee creëren we natte graslandjes waar dotterbloemen kunnen groeien. Het slotenpatroon blijft bewaard vanwege de cultuurhistorische waarde.
Gele morgensterIn het gebied broeden veel weidevogels. Voor libellen en amfibieën zijn poelen aangelegd. Rond de poelen groeien gele morgenster en echte koekoeksbloem. De wilgen aan de rand van de weilanden worden door Natuurmonumenten regelmatig geknot. Vanaf de Schenkeldijk heeft u een mooi uitzicht op de polder, de graslandjes en de Brabantse Wal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten